Al een heel aantal jaren ben ik jurylid en jureer ik met veel plezier in België, Nederland en Frankrijk. Het is een leuke, uitdagende bezigheid, in de buitenlucht met toffe collega’s en leuke mensen. Toch was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Een internationale licentie geeft de mogelijkheid om in andere landen te gaan jureren, waar je met een frisse blik onbekende combinaties mag beoordelen. Ook leer je weer nieuwe mensen en een nieuwe omgeving kennen.
Een eerste stap is het besluit nemen om in het traject te stappen. Dit besluit nam ik een paar jaar geleden. Dan was het wachten op een nieuwe datum voor het examen. Door COVID en het aanstellen van een nieuwe examencommissie binnen de FEIF was het lang onduidelijk wanneer het examen zou plaats vinden.
Toch begon ik aan de voorbereiding. Deze bestond uit proberen veel te jureren maar ook bij te schrijven bij andere internationale juryleden. Daarnaast engageerde ik me voor zowel de Belgische als de Nederlandse jury opleiding en sloot ik me aan bij een groepje Nederlandse collega’s om in de winter samen filmpjes te bekijken en te bespreken, om onze blik steeds te blijven oefenen.
Vorig jaar werd eindelijk de nieuwe datum en het nieuwe format duidelijk. Eerst zou er een theorie examen afgenomen worden in maart, daarna in het najaar een praktijk examen voor al wie het theorie examen gehaald had.
Het theorie examen vond plaats in Arhus, Denemarken, na afloop van het FEIF seminar. Het FEIF seminar, ook interessant met lezingen rond social licence to operate , samen bespreken wat nu de definitie van slow tölt is en samen in groepjes paarden beroordelen en hierover discussiëren, was een goede voorbereiding. Het examen zelf bestond uit twee delen: eerst een schriftelijk examen over de Guidelines, Rules and Regulations en de structuur van de FEIF, daarna het bespreken van een video bij de examencommissie waarbij het belangrijk was de proef te kunnen beschrijven in de termen van de Guidelines, maar ook te kunnen aangeven wat er nog beter zou kunnen en hoe je dit uit zou kunnen leggen aan de ruiter.
Geslaagd, kon ik me nog intensiever gaan voorbereiden op het praktijkexamen. Bijschrijven op grotere Duitse wedstrijden, jureren en samen met een Nederlandse en Franse collega die zich ook voorbereidden op het examen, regelmatig avonden video’s bekijken en beoordelen.
Begin oktober was het dan eindelijk zo ver: het praktijkexamen op Sundabakki, Zweden. Het werd een lange, natte, winderige en koude dag waarbij we ongeveer 10 paarden per proef moesten beoordelen (V1, F1, T1, T2, PP1). Dit wil zeggen punten geven en een korte commentaar opschrijven zodat de examencommissie kon begrijpen waarom we dat punt gaven. Na elke onderdeel werden onze papiertjes opgehaald. Ook geen makkelijke taak bij slagregen en wind, waardoor het papier bijna uit elkaar viel nog voor het verzameld was. Tussen de 12 deelnemers stonden de 5 internationale juryleden van de examencommissie die ook de paarden beoordeelden. Zij keken er ook op toe dat er niet overlegd of anderszins vals gespeeld werd. Na afloop bespraken zij wat de bandbreedte van de punten voor elke combinatie zou zijn. Bijvoorbeeld paard 9 in het laatste onderdeel van de T1 kan een punt krijgen tussen 6 en 7. Bij elke afwijking kregen we strafpunten. Te veel strafpunten betekende niet slagen.
Na nog een dagje sightseeing op weg naar de luchthaven was het bang afwachten tot het verlossende bericht kwam: geslaagd! Met mijn nieuwe sjaaltje in de kast (sjaaltje dat enkel FEIF juryleden mogen dragen) is het nu uitkijken naar wat net seizoen van 2026 zal brengen. Ik kijk er naar uit!
Met dank aan Mertens Isabelle voor dit mooie artikel!