Nieuws

Jacobskruiskruid

Jacobkruiskruid

Hallo,
Ik ben Jakobskruiskruid en ik heb me daar toch een reputatie! En het is niet eens allemaal overdreven ook vrees ik.
Jullie noemen mij vaak onkruid en daar heb ik alle begrip voor, maar ik hoor hier wel thuis, want ik ben toch echt een heus, inheems kruid. Ik ben beresterk, giftig en ik zaai me erg makkelijk uit, maar daarnaast ben ik ook waardplant van de zebrarups en sint jacobsvlinder. Gelukkig ben ik makkelijk te herkennen want ik kom op vele plaatsen voor en ik ben niet eens echt lelijk om te zien. Kom, dan vertel ik wat over mezelf en mag jij oordelen wat je met me aan moet.

Pionierplant

Laat ik beginnen met vertellen dat ik een pionierplant ben. Mijn bloemetjes worden, net als bij de paardebloem, van die pluizebolletjes. Elk pluisje heeft een zaadje dat gemakkelijk door de wind wordt meegenomen en goed ontkiemd op kale grond of grasvlakte. Er zijn meer kruiskruiden maar ik ben degene met van die mooie bloemen die lijken op margrieten, maar dan helemaal geel. Zo’n geel hartje met van die gele, uitstekende blaadjes die lijken op een stralend zonnetje, ook bekend als straalbloemen.
Mensen verwarren mij vaak met boerenwormkruid want onze bladeren lijken best veel op elkaar, maar die heeft dus héél andere bloemetjes. Het lijkt in vergelijking met mijn bloemetjes alleen het hartje, zonder de blaadjes. Maar dat hoort dus zo.

Vlinder

De Sint Jacobsvlinder legt zo graag haar eitjes op mij, dat zij dat niet op andere planten wil doen. Uit die eitjes komen de zebrarupsen. Soms wel 30 op 1 plant. Met z’n allen eten ze mij (en soms ook elkaar!) en zoals ik eerder al zei ben ik giftig, dus zij zijn ook giftig. Dat gif raken ze niet meer kwijt dus ook de Sint Jacobsvlinders die uit de zebrarupsen geboren worden, zijn giftig. Daardoor wil bijna niemand ze eten en komen ze dus best vaak voor. Zij zijn er eigenlijk om mij in toom te houden, maar dat lukt niet helemaal. Verder ben ik ook een waardplant voor bladroller, nog zo’n vlindersoort waarvan de rups tegen mijn gif bestand is.
 
De meeste dieren hebben genoeg instinct om mij niet te eten maar als een vogel toch per abuis zo’n rups opeet dan voelt ze zich even niet zo lekker, maar ze knapt daarna gewoon weer op hoor. Toch is het vervelend genoeg om te zorgen dat ze het geen tweede keer doen.
Bijen, wespen en zweefvliegen vinden allemaal nectar en stuifmeel in mijn bloemen dus iedereen blij. Tot zover een succesverhaal. Maar zoals wel vaker in de natuur kan het niet alleen maar over succes gaan.
Want dat gif he, das best wel een dingetje. Dat gif veroorzaakt namelijk leverschade bij zowel mens als dier. Nu is het niet zo dat iedereen bij het eten van het eerste blaadje gelijk het loodje legt maar mijn gif wordt in ieders lever opgeslagen. Dus nu één blaadje en volgend jaar weer één, het is een opéénstapeling en houdt dus vanzelf een keer op. Leverfalen, hersenbloedingen en aantasting van het centraal zenuwstelsel tot gevolg. En het ergste is, er is geen tegengif.
 
Nou heb ik echt m’n best gedaan door mijn blaadjes een vieze, bittere smaak te geven dus er is bijna niemand die de vergissing om mij te eten meerdere keren zal maken.
Eenmaal gemaaid en gedroogd verlies ik echter mijn smaak, mijn geur en mijn uiterlijk, maar niet mijn gif.
Ongemerkt kan de grazer via het hooi dus toch porties van mij binnenkrijgen. En via hen, jij ook! Ik ben dus eigenlijk een serieuze sluipmoordenaar voor dieren en iedereen die dierlijke producten gebruikt. Als een koe 3% van zijn gewicht aan mij binnengekregen heeft dan kan het al geregeld zijn. Bij een paard is dat 7%. Schapen en geiten kunnen er gek genoeg een stuk beter tegen. Zij worden dus ook vaak ingezet om mij een beetje in toom te houden in weilanden.

Maatregelen

Al die maatregelen die nu genomen worden om de insectenstand te bevorderen, daar ben ik zo blij mee, die werken mij erg in de hand. Ik ben namelijk een 2 jarige plant. Het eerste jaar, als ik net ontkiemd ben, ben ik op mijn kwetstbaarst. Ik groei alleen in een roset op de grond, tussen het gras of de stenen. Ik ben dan nog redelijk makkelijk te verwijderen maar als we in het 2e jaar komen dan ben ik bijna onoverwinnelijk. Dan ga ik de lucht in en maak op de top van mijn stengels mijn mooie bloemen waar elk insect stuifmeel en nectar kan komen halen. Alle natuurliefhebbers houden van mij omdat ze zien hoeveel insecten zich door en met mij kunnen voeden. En ondertussen pak ik jullie allemaal. Stiekem. En langzaam. Zodat niemand mij verdenkt. Niemand het linkje legt tussen mijn mooie bloemen en de enorme doorwerkende kracht ervan via het hooi of kuilgras in de grote grazers en dus uiteindelijk via melk, vlees en zelfs honing ook in jou!
Ik ben van origine een duinplantje, ik gedraag me als invasieve exoot maar ik ben een inheems kruid en een pioniersplant.
 
Was getekend,
Je sluipmoordenaar, het Jakobskruiskruid